Veelgestelde vragen

Heeft u een andere vraag? Neem dan gerust contact op met ons!

Bij het meer- en minderwerk in de nieuwbouw wordt ook vaak de optie geboden om de leidingen van radiatoren etc. in een zogeheten randzone te laten leggen. Normaliter wordt bij de aanleg van leidingen de kortste route gekozen, wat meestal inhoudt dat ze dwars door de kamer komen te liggen. Immers: de kortste route kost het minste.

Bij een randzone worden de leidingen langs de muren gelegd. Op deze manier weet u altijd waar de leidingen zich bevinden en kunt u buiten deze zone naar hartelust boren, breken of zagen.

Deze optie klinkt mooi en veilig voor mensen die hun vloerverwarming in willen laten frezen, maar wij zijn van mening dat het feitelijk aardig wat kan gaan kosten, maar niet zo heel veel oplevert.

Een randzone is meestal ca. 40-50 cm breed, wat inhoudt dat u in deze zone geen vloerverwarming zou kunnen laten leggen, hetgeen behoorlijk wat verlies van verwarmingscapaciteit tot gevolg heeft. Daarnaast is het bij een dikte van de dekvloer van 5cm of meer helemaal niet noodzakelijk om die leidingen om te laten leggen, aangezien we qua diepte helemaal niet in de buurt komen van de leidingen. Wij frezen immers ca. 16-20mm diep, waardoor ca. 30mm ruimte overblijft voor de leidingen in de vloer.

Het wordt een ander verhaal wanneer leidingen in de vloer over elkaar heen gelegd zijn. Uitgaande van een diameter van 2cm per leidingen, houdt het in zulke situaties in dat er 4cm van de dekvloer op dergelijke plekken in beslag genomen wordt door de leidingen waardoor er totaal geen ruimte overblijft om een sleuf in te frezen (zonder iets te raken).

De wel eens genoemde beperkingen m.b.t. het infrezen van de vloerverwarming worden dus niet veroorzaakt door het infrezen van de vloerverwarming, maar eerder door het aanleggen van te dunne dekvloeren en slordigheden bij het leggen van de leidingen in de vloer. Daardoor worden de eigenaren onterecht op hogere kosten gejaagd, want als iedereen goed zijn werk zou doen is er niets aan de hand; ook niet bij het infrezen van vloerverwarming.

Vloerverwarming zal nooit zo snel opwarmen als radiatoren dat kunnen, maar het is inderdaad wel iets sneller te maken. Dit kan door de groepen iets kleiner te maken, wat inhoudt dat in geval van hoofdverwarming niet 10m2 per groep verwarmd wordt, maar bijvoorbeeld 8m2. Hierdoor heeft het water in de buizen een kortere weg af te leggen, waardoor het ook minder afkoelt en de gemiddelde warmteafgifte omhoog gaat. Dit heeft bij frezen een groter effect dan bij de aanleg op krimpnetten, tackerplaten of noppenplaten, aangezien daar eerst de dekvloer verwarmd wordt, alvorens de warmte de ruimte instraalt.

 

Nee, tegenwoordig is dat niet meer het geval.

Vroeger werd vloerverwarming vaak opgestookt tot ver boven de lichaamstemperatuur. Dit was nodig omdat men anders, veelal vanwege slechte isolatie, de woning niet warm kreeg. Tegenwoordig is dat niet meer het geval en is de gemiddelde watertemperatuur ca. 35 graden. Hierdoor is het risico op dikke voeten of enkels verleden tijd.

 
 

Bij nieuwbouw krijgen mensen via het meer- en minderwerk vaak de optie aangeboden om de dekvloer niet aan te laten leggen. Dit biedt mensen de gelegenheid om zelf (en dus niet via de bouw) vloerverwarming aan te laten leggen. Hierop krijgen wij vaak de vraag gesteld wat nou de beste keuze is. Wij bespreken hier de voor- en nadelen.

Voor- en nadelen van wel of geen dekvloer
Het voordeel van het weglaten van de dekvloer is dat de vloerverwarming wat dieper in de vloer komt te liggen (bovenkant buizen tot oppervlakte is dan ca. 3 cm)
Hierdoor wordt een zeer gelijkmatige vloerverwarming gecreëerd: de opgewekte warmte zal in de dekvloer worden opgeslagen en langzaam worden afgestaan aan de ruimte die verwarmd dient te worden.
Een (betrekkelijk) nadeel is de langere opwarmtijd van de vloer. Is de vloer eenmaal opgewarmd, dan zal er geen verschil zijn en is het energieverbruik lager dan bij de ingefreesde aanleg.

De afstand van de vloerverwarmingsbuizen tot de oppervlakte is ook van belang in het geval u een houten vloer (laminaat, parket etc.) of een gietvloer overweegt. Deze methode biedt een gelijkmatiger verwarming van de vloer.
Bij deze methode kan extra isolatie worden overwogen (tevens langs de randen van de vloer) hierdoor verkrijgt u een “zwevende” vloer.

Een nadeel is dat de bouwer nagenoeg geen of een erg lage compensatie geeft voor het weglaten van de dekvloer, die u ná het leggen van de vloerverwarming nog wel zelf aan dient te laten leggen. De kosten hiervoor variëren nogal (net als de kwaliteit overigens), dus laat u hierover goed informeren.

Daarnaast gelden er voor vloerverwarming op krimpnetten, tackerplaten of noppenplaten hogere prijzen dan voor ingefreesde vloerverwarming, veroorzaakt door het extra materiaal wat er voor nodig is (draadstaalmatten, folie, isolatiemateriaal, randisolatie etc.).

Prijstechnisch is de methode met krimpnetten dus minder interessant: qua kwaliteit vloerverwarming kan het niet beter.

 

Per saldo is infrezen goedkoper en deze methode kan goed gecombineerd worden met een tegelvloer.
Bij combinatie met een houten vloer of gietvloer adviseren we de constructie met krimpnetten (verwarming dieper in de vloer waardoor er een gelijkmatigere verdeling van de warmte plaatsvindt)

Om te kunnen frezen dient een dekvloer bij voorkeur 5 cm, maar minimaal 3 cm dik te zijn. Reden hiervoor is dat de sleuven die gefreesd worden ca. 16mm diep zijn. Is een dekvloer dus dunner dan 3 cm, dan bestaat de kans dat hij ‘door midden’  gefreesd wordt en los komt te liggen van de onderliggende betonlaag. Daarbij telt ook dat, wanneer de reeds aanwezige leidingen voor de radiatoren etc. in de dekvloer weggewerkt zijn, dat bij een dunne dekvloer de kans aanwezig is dat die bij het frezen beschadigd worden. Nu is dat op zich niet zo een groot probleem indien er hoofdverwarming aangelegd wordt en de leidingen voor de radiatoren dus overbodig worden, maar in geval van uitgebreide bijverwarming of bijverwarming kan het wel vervelend zijn. Bij een dikkere dekvloer wordt de kans op het raken van de aanwezige leidingen dus kleiner, aangezien ze dan vaak dieper liggen en de sleuven erboven gefreesd worden. Meer informatie over frezen Wanneer vloerverwarming op krimpnetten aangelegd wordt, dan dient er naderhand een dekvloer over gelegd te worden. Wij adviseren u een minimale dekking van 3 cm óp de buis aan te houden voor een goede stevigheid van en optimale warmteverdeling in de vloer. Meer informatie over dekvloeren

Regelmatig krijgen we de vraag om een offerte te maken voor een combinatie van frezen en krimpnetten. Veelal blijkt dat er een uitbouw aan de woning is geplaatst en dat men daar de vloerverwarming op krimpnetten wenst en het bestaande deel, waar de dekvloer al in ligt, wil laten voorzien van ingefreesde vloerverwarming. Dit soort combinaties raden wij ten zeerste af. De reden hiervoor is dat dit geheid voor temperatuursverschillen gaat zorgen. Immers, in 9 van de 10 gevallen hangt de kamerthermostaat in het bestaande gedeelte van de woning; daar waar de vloerverwarming ingefreesd wordt. Aangezien de vloerverwarmingsbuizen hierdoor hoger in de vloer komen te liggen dan in de uitbouw, waar de vloerverwarming op krimpnetten gelegd zou moeten worden, is de woonkamer eerder op temperatuur, waardoor de kamerthermostaat af zal slaan. Gevolg: de uitbouw is nog niet op temperatuur (hier dient de dekvloer eerst verwarmd te worden, alvorens de warmte de ruimte in straalt) en krijgt de kans daar ook niet meer toe, omdat de kamerthermostaat afgeslagen is.

Wij raden in een dergelijke situatie dan ook aan om de uitbouw eerst te voorzien van een dekvloer en vervolgens overal de vloerverwarming in te laten frezen. Uiteraard is het ook mogelijk om de dekvloer in het bestaande gedeelte te verwijderen en overal de vloerverwarming op krimpnetten aan te laten leggen, maar hiervoor zullen de kosten hoger uitvallen dan in het geval van optie 1.